Notizen zu dieser Person
Lebte zuerst im "Nederrijksche Wald" (Rijkswald) (Quelle 1809 und 1812), hat sich aber in Groesbeek niedergelassen. (Groesbeek grenzt direkt an den (Rijkswald)
Dort lebte er neben der Pannenstraat neben der Katholischen Kirche. (Quellen 1820 und 1832) und er war Eigentümer eines Hauses in der Dorpstraat. In der Nacht vom 18. auf den 19. Juli 1828 schlug in das Haus der Blitz ein. Dort lebte auch Lamert Lamers. (LAMERS, Lamert oo KAMPS, Joanna)
Der hierdurch entstandenen Brand legte verschiedene Häuser in Asche und wurde bekannt als "De Grote Dorpsbrand"
Mehr Info bietet das Buch: "Rampspoed in Groesbeek" Seite 25-26.
Es ist möglich, dass Cornelis der "Cornelis Gietman" ist, die Driessen in "Mannen in Uniform, 76 nennt als besonderen Feldwächter, conform mit dem Beschluss des Gouverneurs von Gelderland den 14. September 1819" zum Schluss die Aufsicht habend übder das Landgut von dem Herrn J.C. Quack, genannt der Waterwijk, gelegen unter Groesbeek, mit der Last desselben um in Funktion zu kommen in Händen der Rechtbank von der ersten Anlage den Eid abzulegen und weiterhin seine Kommission an der ...............
Es betraf eine Nebenlienie.
Cornelis Gietman woonde aanvankelijk op het Nederriksche Wald (1809,1812), maar vetigte zich omstreeks 1815 te Groesbeek. Hij woonde aldus in de Pannenstraat naast de R.K. (Romeins Katholik) - kerk 1820-1832) en bezat tevens een huis aan de oostzijde van de Dorpstraat. In de nacht van 18 op 19 juli 1828 sloeg in het huis aan de oostzijde van de Dorpstraat, bewoond door Lamert Lamers, de blikse in. De brand, die hierdoor ontstond, legde verscheidene huizen in de as en kwam bekend te staan als "De Groote Dorpsbrand". Zie "Rampspoed in Groesbeek, 25-26.
Mogelijk is Cornelis de "Cornelis Gietman" die Driessen in "Mannen in Unuiform", 67 noemt als extra-ordinarius Veldwachter, benoemd conform besluit van de Gouverneur van Gelderland d.d 14. september 1819, "ten einde het toezicht te hebben over het eigendomlijk Landgoed van den Heer J.C. Quack, genaamd de Watermeerwijk, gelegen onder Groesbeek, met last aan denzelven om alvorens in functie te treden, in handen van den Rechtbank van eersten aanleg den vereichte eed af te legen en weiders zijne Kommissie aan de schout des ambts Groesbeek alsmede door den Heer Houtvester van het District ter visie te presenteren".
Het betrof een nevenbaan