Adolf

Eigenschaften

Ereignisse

Ehepartner und Kinder

Notizen zu dieser Person

Het adelgeslacht noemt zich naar de 12e eeuwse burcht 'Schaumburg' nabij Rinteln in Neder-Saksen. De naam Schauenburg wordt afhankelijk van tijd en streektaal in oorkonden op allerlei verschillende wijzen gespeld: Scowenborg(h), Schowenborg, Schawenborg, Schawenborch, Schawenburg, Schauenburg en Schaumburg. De naam is afgeleid van 'scoen' of 'scowen', of in hoogduits 'schauen', de burg die 'weit in das Land schaut'. Vanaf de Nesselberg, de heuvel waarop de burcht gebouwd is, zou men een goed uitzicht op het dal van de Wezer hebben gehad. Het familiewapen van het huis Schauenburg is een wit netelblad (Nesselberg) op rode achtergrond.

Over de oorspronkelijke herkomst van het adelgeslacht 'Schauenburg' is niet veel bekend maar wel veel gespeculeerd.
De dominicaner monnik Hermannus von Lerbeke noemde in de 14e eeuw in zijn 'Chronicon Comitum Schawenburgensium' een afkomst van de Friezen, die zich in veldslagen van Karel de Grote verdienstelijk gemaakt hebben.
De theoloog en geschiedschrijver Cyriacus Spangenberg verwierp in de 16e eeuw dit inzicht. Volgens hem stammen de Schauenburgers af van Franken die in de tijd van Karel de Grote naar Saksen zijn gekomen.
Heinrich Meibom brengt in zijn Schaumburgische Grafenchronik Hermanns uit 1620 de Schauenburgers in verband met de graven van Walbeck en de markgraven van Bernburg.
In 'Welcher das deutsche Reich nach seiner gegenwärtigen Staatsverfassung enthält' uitgegeven door C.E. Bohn 1779 rept over het jaar 1030 dat een edele heer Adolf van Santersleben uit Rodenberg tot graaf van Schauenburg wordt gemaakt.
In het 'Westfälisches Urkundenbuch', waarvan het eerste deel in 1847 verscheen, lezen we dat de Schauenburgers reeds vanaf 1024 graaf geworden zijn. Tijdens een aanwezigheid van de koning (de verse koning Koenraad II maakt dan een rondrit om steun voor zijn koningschap bij de Saksische adel te verkrijgen), die met veel pracht en praal kerstmis in Minden vierden, zou een koninklijke belening met de burcht en het graafschap Schaumburg zijn oorsprong hebben. Hiervan is geen oorkonde of ander schriftelijk bewijs bewaard gebleven, wat ook door de Schaumburgs erkent wordt, want in 1527 laat graaf Jobst I van Holstein-Schaumburg zich alsnog door bisschop Franz I van Minden met de burg Schaumburg en bijbehorende goederen belenen.
Al deze inzichten zijn op vermoedens gebaseerd. De eerste echte duidelijkheid ontstaat als Adolf I in 1110 door Lotharius van Supplingenburg met de graafschappen Holstein en Stormarn wordt beleend. Om deze reden wordt Adolf I als stamvader van het geslacht gezien.

Een vader 'Adolf, heer van Schauenburg' wordt vermoed om een link tussen Adolf I, Mathilde en Adelheid te leggen. Zowel een dochter Mathilde als een kleindochter Mechtild trouwen zich in het grafelijke geslacht van Dassel. Verder trouwt een Adelheid met Sieffried III graaf van Boyneburg. Of Adelheid en Mathilde zusters waren is in werkelijkheid niet bekend, Adelheid wordt ook wel als een tante van Adolf I gezien. Een edele heer van Schauenburg zou de bouwer van de burcht op de Nesselberg zijn, men vermoedt de vader van Adolf I. Ook Siegward van Minden, die in Minden van 1120 tot 1140 bisschop is, zou een verwante van Adolf I zijn. Over het bestaan van de hier opgevoerde Adolf, en of het dan steeds om dezelfde persoon gaat bestaat geen zekerheid.

Quellenangaben

Datenbank

Titel	Marius Bakker
Beschreibung	Familien Bakker, Rozendaal, Sybenga, Duiven, Swaters (von Schaumburg) und Verwandten. Besuchen Sie bitte auch meine Daten (mit Fotos) auf www.stamboomonderzoek.com/marius/
Hochgeladen	2020-05-17 09:45:55.0
Einsender	Marius Bakker
E-Mail	marius@mariusbakker.nl
Zeige alle Personen dieser Datenbank

Herunterladen

Kommentare

Einen neuen Kommentar schreiben

Name
E-Mail
Webseite (optional)
Nachrichtentext

Um Missbrauch zu verhindern, lösen Sie bitte diese Aufgabe, indem Sie die Geburtsdaten aus beiden Einträgen eingeben.

Einen Kommentar schreiben.