Notizen zu dieser Person
Nederlandsche staatscourant, 27-06-1833:
"Bij arrest van het Hof van Assises, voor de provincien Holland, noorder-kwartier, en Utrecht, zittende te Amsterdam, in dato den 24sten Januarij 1800 en drie en dertig, is
Johannes Carolus Butot, oud volgens zijne opgave 33 jaren, van beroep grutter en voerman, geboren te Weesp, laatst woonachtig te Westzaan, beschuldigd en schuldig verklaard van te hebben gepleegd bedriegelijke bankbreuk, door na als koopman te zijn gefailleerd te zijn gebleken: waren en roerende goederen tot zijnen boedel behoorende te hebben verdonkerd of weerloos gemaakt, en te dier zake veroordeeld tot een consinement in een rasp- of tuchthuis, voor den tijd van één jaar, en in de kosten der procedures, ten behoeve van den Staat."