Notizen zu dieser Person
Erwin vertrok in 1919 naar Nordenham, waar hij tot 11 augustus 1930 een winkel in herenkleding dreef. Eerst op het adres Hafenstraße 14, daarna op de adressen Jahnstraße 5 en Friedrich-Ebert-Straße 37. Beide panden bestaan nog in 2010. Toen de Nazi terreur in Nordenham ondraaglijk werd, besloten zij naar Baesweiler (D) te verhuizen, een regio waar de terreur op dat moment nog minder hevig was. Zijn broer Richard woonde daar ook, en de ouders van Selma woonden in de buurt. In tegenstelling tot de rest van zijn broers en zusters is hij omstreeks 1935 niet naar Israel maar naar Nederland gevlucht, omdat hij dacht dat het daar wel veilig zou zijn. Op 24 april 1935 meldde het gezin zich bij de burgerlijke stand van eygelshoven, waar ze een tijdelijke verblijfsvergunning ontvingen. Op 3 augustus 1935 werd deze omgezet in een definitieve verblijfsvergunning. In juli 1942 woonden ze in Eygelshoven (Laurastraat 89), bij Kerkrade. In 1941 woonden er 8 joden in Eygelshoven. De andere twee (geen familie) schijnen de oorlog overleefd te hebben. Na de inval in Nederland zijn ze alsnog opgepakt en op 8 juni 1943 vanuit Vught op transport gesteld (via Westerbork) naar Sobibor. Waarschijnlijk zijn zij direct na aankomst vermoord. Van de 3017 gedeporteerden die -net als hij en zijn gezin- op 11 juni in Sobibor aankwamen heeft niemand de oorlog overleefd. Van dit huishouden is ook een JOKOS-dossier (nummer 50803) aanwezig op het Gemeentearchief van Amsterdam. Voor inzage is toestemming nodig van de stichting Joods Maatschappelijk Werk.