Notizen zu dieser Person
Hij was predikant in Amerongen vanaf 10 januari 1790 en in Zoetermeer vanaf 11 november 1796. Over zijn vertrek uit Zoetermeer werd de "Boekzaal der Geleerde Wereld" ed. 1801 het volgende geschreven: SOETERMEER EN ZEGTWAARD. Onze zeer geliefde Leeraar, Ds P.HUGENHOLTZ, naauwelijks van eene zeer gevaarlyke koortsziekte beginnende te herstellen, kreeg den 9den Mey onverwagt eene beroeping naar de Gemeente van Vlissingen. Dit trofons zeer gevoelig: wy verwagteden, dat hy, als van nieuws aan ons van God geschonken, verder onder ons, in zyn aangenaam en nuttig dienstwerk zou verkeeren, en terwyl zyn Wel Eerw. die beroeping 14 dagen in beraad nam, deeden wy de dringendste en liefderykste aanzoeken: hy mogt by ons blyven. Dan, hoe zeer onze liefde drang zyn aan ons verbonden hart beroerde, vond zyn Wel Eerw. zich echter in gemoede verpligt, die wettige roeping naar Vlissingen in 's Heeren vreeze aan te neemen. Zodat tot ons grievend leedwezen SOETERMEER EN ZEGWAARD eerlangs staat Vakant te worden. Op 23 augustus 1801 werd hij Vlissingen bevestigd door ds. J.H. Hanssen met 2 Timotheüs I: 13,14, waarna hij zijn intrede deed met 2 Corinthe IV:7. VLISSINGEN. Onze waardige en veel geachte Leeraar, de Wel Eerw. Ds P. Hugenholtz, van hier beroepen naar Utrecht, en, zoo by de Classis van Walcheren als Kerk van Vlissingen, hoewel zeer ongaarne, ontslagen zynde van zyne verbintenischen aaan dezelve, heeft op den 6den dezer Lentemaand een liefderijk zegenend afscheid genomen van deze Gemeente met eene leerrede over 2 Thess. I : 11,12. Boekzaal der Geleerde Wereld, maart 1802. Op 27 maart 1803 werd hij in Utrecht, in de Nederduits Hervormde Christelijke Kerk, bevestigd door ds. S. van Beuningen met 2 Corinthe IV: 1,2 en deed zelf zijn intrede met 2 Corinthe IV: 3,4,5. In Utrecht was hij de laatste predikant die nog een pruik droeg tijdens de kerkdienst. Hier is hij tot zijn emeritaat in 1830 predikant geweest. Na zijn emeritaat was hij nog op verschillende terreinen actief. Zo was hij medewerker bij verschillende godsdienstige richtingen. Twee jaar later is hij in Utrecht overleden, waarover de volgende advertentie verscheen: Mijn hartelijk geliefde echtgenoot, PETRUS HUGENHOLTZ, rustend predikant bij de hervormde gemeente alhier, is heden, 67 jaar oud, na een langdurige verzwakking, zachtelijk ontslapen. Van den enigen Heiland, dien hij veertig jaren aan anderen predikte, wachtte hij zelf met ootmoedig geloof zijne zaligheid, gelijk hij met ijver en trouw Hem en zijne Gemeente diende. Ik verheug mij daarom over zijne heerlijke winst en bidde God, dat Hij mij en de mijnen sterke, om in kinderlijk geloof aan zijne Vaderlandsliefde ons smartelijk verlies te dragen. C.G. HUGENHOLTZ, Geb. van ROSSEM. Utrecht, den 16den augustus 1832.
Gerard
Hugenholtz
