Notizen zu dieser Person
Aanvankelijk was hij "Heuerling", een kleine pachter die een stukje grondwas gegund, dat hij met zijn gezin bewoonde en bewerkte. Dit veranderdetoen de Marke werd opgeheven (in ong. 1830). De grond werd verdeeld opbasis van de 'aandelen' die men had in de Marke. De "Heuerling" hadofficieel geen bezit en kreeg dus niets. Als hij al een koe had moesthij die laten grazen aan de straatkant. Het gevolg was armoedeval engrote sociale onrust, wie kon emigreerde naar Nederland en vooral deV.S.
Uit de trouwacte van zijn zoon Henrich (1842) blijkt, dat hij danarbeider is. Verder blijkt, dat hij in tegenstelling tot zijn zoon, deschrijfkunst niet machtig was. Zijn woonplaats, tevens geboorteplaats,is Oldendorf (Ambt Melle); het Ksp. Westeroldendorf was een buurtschap("Bauerschaft"), waar Föckinghausen als 'Ortsteil' deel van uitmaakte.Uiteindelijk is Westeroldendorf opgegaan in Oldendorf (Ambt Melle);
De naam Schlüter heeft betrekking op 'schliessen'. Mensen die als taak ofberoep hadden om de hekken in de landweren te bewaken of te sluiten,hadden de naam Schlüter, omdat hun boerderijtje bij de doorgang dieerfnaam had. Kinderen op die boerderijtjes geboren kregen de erfnaam meeook al waren ze geen erfopvolger. Op grond van informatie uit hetNiedersächsisches Staatsarchiv in Osnabrück was er in het kerkdorpOldendorf bij Melle) een "Halberbe" Sluter en een "Erbkotten" Heller,boemsluter, die onderworpen en afhankelijk waren van de heer Heinrichvon Kaldenhof (Koldenhof). De Kaldenhof was een ridderslot in hetkerspel Ostercappeln (vandaag de dag Kreis Osnabrück). In de`Bauerschaft´ Eielstädt in de Gemeente Bad Essen bevond zich trouwensook een ´Erbkötterstäte´ Schüter (aldus dhr. Friedrich Walter uit BadEssen).
Johann Henrich is na het overlijden van zijn vrouw samen met zijn dochterClara Maria Engel, schoonzoon en kleindochter in 1853 geëmigreerd naarde Verenigde Staten met bestemming St. Louis.