Berent Harms RENKEN
♂ Berent Harms RENKEN
Eigenschaften
Art | Wert | Datum | Ort | Quellenangaben |
---|---|---|---|---|
Name | Berent Harms RENKEN | |||
Beruf | Landbouwer op boerderij 76 in Beerta |
Ereignisse
Art | Datum | Ort | Quellenangaben |
---|---|---|---|
Geburt | 25. Oktober 1676 | Nieuw Beerta/NL nach diesem Ort suchen | |
Tod | 1748 | Nieuw Beerta/NL nach diesem Ort suchen |
Eltern
Harmen RENKEN | Peterke BEERENTS |
Notizen zu dieser Person
In Gruoninga 1969, staat op blz. 33 een artikel over Reint Berents, een 18e eeuwse boer en dichter uit de Kroonpolder, door Ds. G. van Halsema Th.zn. geschreven. Hieronder zijn een paar gedichten van hem opgeschreven, alleen van de oudste zoon Harm Rencken, die in dat zelfde jaar ging trouwen met Truida Willems staat hier getypt. Er zijn van alle kinderen een rouwklacht opgenomen, maar die staat in het officiele gedichtenboek van hem.
 
"Reint Berents, een 18e eeuwse boer en dichter uit de Kroonpolder
door Ds. G. van Halsema Th.zn.
 
"Hetop voortreffelijke wijze geschreven en uitgevoerde boek van de afdeling Beerta van de Groninger Maatschappij van Landbouw over "Boerderijen en hun bewoners" (uitgegeven bij J.D. van der Veen N.V. teWinschoten) vermeldt als bewoners van boerderij nr. 76 op pagina 194 gedurende de jaren 1704-1748 Berent Harms (Renken), zoon van Harm Renken en Peterke Beerents, en Epke Reints Ebels, dochter van Reint Ebels en Wijpke Klaassens. Op 24 augustus 1704 wordt hun huwelijk kerkelijk bevestigd te Nieuw-Beerta.
 
Blijkens het doopboek van Nieuw-Beerta wordt uit dit huwelijk een elftal kinderen geboren. Verschillende malen komen we in het Boerderijenboek, bovengenoemd, enkele van deze kinderen tegen: op pag. 426 Harm Renken; op pag. 101 Oest Berends; op pag. 207, 381 en 424 Elisabeth Berents; op pag. 194 en 227 Jurjen Berents Renken. Niet genoemd wordt in het boek Reint Berents, welke op 7 mei 1707 wordt geboren. Aan hem danken we een aantal gegevens, welke ons o.m. leren, dat op 30 juni 1728 Berent Harms weduwnaar wordt en achter blijft met tien kinderen, waarvan de oudste 23 en de jongste 3 jaar is.
 
Van Reint Berents is namelijk een gedichtenboek bewaard gebleven, waarin naast enige overgeschreven verzen vele rijmen van zijn hand voorkomen.
Een kleinzoon van de dichter-boer, Aeilko Harmannus Wildeman te Schildwolde, heeft in 1820 het oorspronkelijke boek, dat verloren is gegaan, overgeschreven. Aan hem danken wij dus de kennis van het werk van Reint Berents.
 
De op 18 mei 1727 gedoopte Ebel vinden we in de Rouwklagt van 1728 niet terug, zodat deze zal zijn overleden vóór de dood van zijn moeder. Het echtpaar moet dus 12 kinderen hebben gehad.
 
Dan komen hier enige gedichten van zoon Reint:
Omdat het overnemen van de hele Rouwklagt teveel plaatsruimte zou vragen, beperkt hij zich tot het overschrijven van die van de oudste zoon, alsmede van één van de elf antwoorden van de moeder.
Het Boerderijenboek leert ons op pag. 426, dat in dezelfde zomer als waarin moeder Epke Reints sterft, haar oudste zoon Harm Renken huwt met Truida Willems. Dit verklaart het opschrift boven de rouwklachtvan deze.
Oudste zoon als Bruidegom is klagende
 
Helaas mijn treurig hart barst uit in droef geklag:
Ach Heemel wat is dit een nare bruiloftsdag.
Rein zuiver jeugdiglijk meen ik ter bruiloft 't gangen
Maar worde onderwijl met rouwgewaad omhangen
Regt nu gij met ons all zoud houden bruilofts feest
En vrolijk met ons zijn in vreugde minst en meest.
Nu gaat gij eeuwiglijk ten Heemels bruilofts zale
Ciragelijk in vreugd en houd daar Avondmale
Kon dit niet anders zijn o moeder zegt waarom
Elaas wat benik een bedroefde bruidegom
Nu ben ik wel de eerst maar ook de laatst van allen
Siet van uw gansche vrugt kan geen dit lot toevallen.
 
VerstorvenMoeder is troostende
 
Een wonder nooit zag ik zo droevig uw gelaat,
Paalt doch uw nare klagd of zijt gij buiten raad.
Kan u mijn zoete dood zo groot een kruis verwekken
En ook omdat ik juist dees tijd nu gaa vertrekken
Rouwd u daarom maar niet dit waar zo Godes wil
En ik waar hier genoeg dus houd u vrie maar stil
In Eeuwigheid zal 't u hierom niet slimmer gangen
Neen kind dit wensch ik u, maar dit is mijn verlangen
Trouwd maar in Eer en deugd verwekt u moeders naam
So zal in langen tijd verblijven noch mijn faam.
 
Onze dichter-boer vervolgt de Rouwklagt met een aantal grafschriften voor zijn vrouw. Eén laten we hier volgen:
 
Moeders Grafschrift
 
Mijn doodrif vind meer lust alhier
Bij vader moeder en twee zoonen
Dan het voor deezen naam pleizier
Bij man neffens tien kinders schone
Want doch mijn ziele nu vol vreugd
Verwachte met veel Heemelingen
Vernieuwing van haar lichaams jeugd
Om Sions Koning lof te zingen.
 
In Gruoninga 1969, staat op blz. 33 een artikel over Reint Berents, een 18e eeuwse boer en dichter uit de Kroonpolder, door Ds. G. van Halsema Th.zn. geschreven. Hieronder zijn een paar gedichten van hem opgeschreven, alleen van de oudste zoon Harm Rencken, die in dat zelfde jaar ging trouwen met Truida Willems staat hier getypt. Er zijn van alle kinderen een rouwklacht opgenomen, maar die staat in het officiele gedichtenboek van hem.
 
"Reint Berents, een 18e eeuwse boer en dichter uit de Kroonpolder
door Ds. G. van Halsema Th.zn.
 
"Hetop voortreffelijke wijze geschreven en uitgevoerde boek van de afdeling Beerta van de Groninger Maatschappij van Landbouw over "Boerderijen en hun bewoners" (uitgegeven bij J.D. van der Veen N.V. teWinschoten) vermeldt als bewoners van boerderij nr. 76 op pagina 194 gedurende de jaren 1704-1748 Berent Harms (Renken), zoon van Harm Renken en Peterke Beerents, en Epke Reints Ebels, dochter van Reint Ebels en Wijpke Klaassens. Op 24 augustus 1704 wordt hun huwelijk kerkelijk bevestigd te Nieuw-Beerta.
 
Blijkens het doopboek van Nieuw-Beerta wordt uit dit huwelijk een elftal kinderen geboren. Verschillende malen komen we in het Boerderijenboek, bovengenoemd, enkele van deze kinderen tegen: op pag. 426 Harm Renken; op pag. 101 Oest Berends; op pag. 207, 381 en 424 Elisabeth Berents; op pag. 194 en 227 Jurjen Berents Renken. Niet genoemd wordt in het boek Reint Berents, welke op 7 mei 1707 wordt geboren. Aan hem danken we een aantal gegevens, welke ons o.m. leren, dat op 30 juni 1728 Berent Harms weduwnaar wordt en achter blijft met tien kinderen, waarvan de oudste 23 en de jongste 3 jaar is.
 
Van Reint Berents is namelijk een gedichtenboek bewaard gebleven, waarin naast enige overgeschreven verzen vele rijmen van zijn hand voorkomen.
Een kleinzoon van de dichter-boer, Aeilko Harmannus Wildeman te Schildwolde, heeft in 1820 het oorspronkelijke boek, dat verloren is gegaan, overgeschreven. Aan hem danken wij dus de kennis van het werk van Reint Berents.
 
De op 18 mei 1727 gedoopte Ebel vinden we in de Rouwklagt van 1728 niet terug, zodat deze zal zijn overleden vóór de dood van zijn moeder. Het echtpaar moet dus 12 kinderen hebben gehad.
 
Dan komen hier enige gedichten van zoon Reint:
Omdat het overnemen van de hele Rouwklagt teveel plaatsruimte zou vragen, beperkt hij zich tot het overschrijven van die van de oudste zoon, alsmede van één van de elf antwoorden van de moeder.
Het Boerderijenboek leert ons op pag. 426, dat in dezelfde zomer als waarin moeder Epke Reints sterft, haar oudste zoon Harm Renken huwt met Truida Willems. Dit verklaart het opschrift boven de rouwklachtvan deze.
Oudste zoon als Bruidegom is klagende
 
Helaas mijn treurig hart barst uit in droef geklag:
Ach Heemel wat is dit een nare bruiloftsdag.
Rein zuiver jeugdiglijk meen ik ter bruiloft 't gangen
Maar worde onderwijl met rouwgewaad omhangen
Regt nu gij met ons all zoud houden bruilofts feest
En vrolijk met ons zijn in vreugde minst en meest.
Nu gaat gij eeuwiglijk ten Heemels bruilofts zale
Ciragelijk in vreugd en houd daar Avondmale
Kon dit niet anders zijn o moeder zegt waarom
Elaas wat benik een bedroefde bruidegom
Nu ben ik wel de eerst maar ook de laatst van allen
Siet van uw gansche vrugt kan geen dit lot toevallen.
 
VerstorvenMoeder is troostende
 
Een wonder nooit zag ik zo droevig uw gelaat,
Paalt doch uw nare klagd of zijt gij buiten raad.
Kan u mijn zoete dood zo groot een kruis verwekken
En ook omdat ik juist dees tijd nu gaa vertrekken
Rouwd u daarom maar niet dit waar zo Godes wil
En ik waar hier genoeg dus houd u vrie maar stil
In Eeuwigheid zal 't u hierom niet slimmer gangen
Neen kind dit wensch ik u, maar dit is mijn verlangen
Trouwd maar in Eer en deugd verwekt u moeders naam
So zal in langen tijd verblijven noch mijn faam.
 
Onze dichter-boer vervolgt de Rouwklagt met een aantal grafschriften voor zijn vrouw. Eén laten we hier volgen:
 
Moeders Grafschrift
 
Mijn doodrif vind meer lust alhier
Bij vader moeder en twee zoonen
Dan het voor deezen naam pleizier
Bij man neffens tien kinders schone
Want doch mijn ziele nu vol vreugd
Verwachte met veel Heemelingen
Vernieuwing van haar lichaams jeugd
Om Sions Koning lof te zingen.
 
In Gruoninga 1969, staat op blz. 33 een artikel over Reint Berents, een 18e eeuwse boer en dichter uit de Kroonpolder, door Ds. G. van Halsema Th.zn. geschreven. Hieronder zijn een paar gedichten van hem opgeschreven, alleen van de oudste zoon Harm Rencken, die in dat zelfde jaar ging trouwen met Truida Willems staat hier getypt. Er zijn van alle kinderen een rouwklacht opgenomen, maar die staat in het officiele gedichtenboek van hem.
 
"Reint Berents, een 18e eeuwse boer en dichter uit de Kroonpolder
door Ds. G. van Halsema Th.zn.
 
"Hetop voortreffelijke wijze geschreven en uitgevoerde boek van de afdeling Beerta van de Groninger Maatschappij van Landbouw over "Boerderijen en hun bewoners" (uitgegeven bij J.D. van der Veen N.V. teWinschoten) vermeldt als bewoners van boerderij nr. 76 op pagina 194 gedurende de jaren 1704-1748 Berent Harms (Renken), zoon van Harm Renken en Peterke Beerents, en Epke Reints Ebels, dochter van Reint Ebels en Wijpke Klaassens. Op 24 augustus 1704 wordt hun huwelijk kerkelijk bevestigd te Nieuw-Beerta.
 
Blijkens het doopboek van Nieuw-Beerta wordt uit dit huwelijk een elftal kinderen geboren. Verschillende malen komen we in het Boerderijenboek, bovengenoemd, enkele van deze kinderen tegen: op pag. 426 Harm Renken; op pag. 101 Oest Berends; op pag. 207, 381 en 424 Elisabeth Berents; op pag. 194 en 227 Jurjen Berents Renken. Niet genoemd wordt in het boek Reint Berents, welke op 7 mei 1707 wordt geboren. Aan hem danken we een aantal gegevens, welke ons o.m. leren, dat op 30 juni 1728 Berent Harms weduwnaar wordt en achter blijft met tien kinderen, waarvan de oudste 23 en de jongste 3 jaar is.
 
Van Reint Berents is namelijk een gedichtenboek bewaard gebleven, waarin naast enige overgeschreven verzen vele rijmen van zijn hand voorkomen.
Een kleinzoon van de dichter-boer, Aeilko Harmannus Wildeman te Schildwolde, heeft in 1820 het oorspronkelijke boek, dat verloren is gegaan, overgeschreven. Aan hem danken wij dus de kennis van het werk van Reint Berents.
 
De op 18 mei 1727 gedoopte Ebel vinden we in de Rouwklagt van 1728 niet terug, zodat deze zal zijn overleden vóór de dood van zijn moeder. Het echtpaar moet dus 12 kinderen hebben gehad.
 
Dan komen hier enige gedichten van zoon Reint:
Omdat het overnemen van de hele Rouwklagt teveel plaatsruimte zou vragen, beperkt hij zich tot het overschrijven van die van de oudste zoon, alsmede van één van de elf antwoorden van de moeder.
Het Boerderijenboek leert ons op pag. 426, dat in dezelfde zomer als waarin moeder Epke Reints sterft, haar oudste zoon Harm Renken huwt met Truida Willems. Dit verklaart het opschrift boven de rouwklachtvan deze.
Oudste zoon als Bruidegom is klagende
 
Helaas mijn treurig hart barst uit in droef geklag:
Ach Heemel wat is dit een nare bruiloftsdag.
Rein zuiver jeugdiglijk meen ik ter bruiloft 't gangen
Maar worde onderwijl met rouwgewaad omhangen
Regt nu gij met ons all zoud houden bruilofts feest
En vrolijk met ons zijn in vreugde minst en meest.
Nu gaat gij eeuwiglijk ten Heemels bruilofts zale
Ciragelijk in vreugd en houd daar Avondmale
Kon dit niet anders zijn o moeder zegt waarom
Elaas wat benik een bedroefde bruidegom
Nu ben ik wel de eerst maar ook de laatst van allen
Siet van uw gansche vrugt kan geen dit lot toevallen.
 
VerstorvenMoeder is troostende
 
Een wonder nooit zag ik zo droevig uw gelaat,
Paalt doch uw nare klagd of zijt gij buiten raad.
Kan u mijn zoete dood zo groot een kruis verwekken
En ook omdat ik juist dees tijd nu gaa vertrekken
Rouwd u daarom maar niet dit waar zo Godes wil
En ik waar hier genoeg dus houd u vrie maar stil
In Eeuwigheid zal 't u hierom niet slimmer gangen
Neen kind dit wensch ik u, maar dit is mijn verlangen
Trouwd maar in Eer en deugd verwekt u moeders naam
So zal in langen tijd verblijven noch mijn faam.
 
Onze dichter-boer vervolgt de Rouwklagt met een aantal grafschriften voor zijn vrouw. Eén laten we hier volgen:
 
Moeders Grafschrift
 
Mijn doodrif vind meer lust alhier
Bij vader moeder en twee zoonen
Dan het voor deezen naam pleizier
Bij man neffens tien kinders schone
Want doch mijn ziele nu vol vreugd
Verwachte met veel Heemelingen
Vernieuwing van haar lichaams jeugd
Om Sions Koning lof te zingen.
 
Quellenangaben
1 | Bos Web Site Autor: Herman Bos |
MyHeritage-Stammbaum Familienseite: Bos Web Site Stammbaum: 146196671-1 |
Datenbank
Titel | Ostfriesland |
Beschreibung | Forschungsergebnisse aus Ostfriesland, dem angrenzenden Emsland und dem westlichen Holland. |
Hochgeladen | 2018-10-06 10:26:03.0 |
Einsender | Enno Gerjets |
gerjetssen@arcor.de | |
Zeige alle Personen dieser Datenbank |