Notizen zu dieser Person
In 1724 vestigde hij zich in Hollandscheveld als eerste der kolonisten. In 1730 woonde hij (volgens het Haardstedenregister) in de Triangel, aan denoordkant van het opgaande. In 1747 koopt hij een deel van de grond van Harm Beuker. In 1756 woonde hij in het Vierkante Blok, ook op de noordkant van het opgaande. In 1782 bezitten zijn weduwe en erven 83 morgen en 478 roe. Hij wordt vermeld in het Hollandse Rot van 1724 t/m 1733 als Jan Hend. Hagen ofals Jan Tuiten en als schipper in 1758, 1764 en 1774 Op 7 februari 1733 vindt er een momberafrekening plaats voor de kinderen vanwijlen Grietje Lamberts Hartman; Hoofdmomber is Jan Lamberts Hartman, medemomberszijn Fake Jacobs Mol, Hendrik Hagen en Harm Oldewortel; er wordt turf en graafloonafgerekend, zodat Jan Hagen naast schipper ook nog vervener is geweest. Op 25 januari 1752vindt er door de mombers een eindafrekening plaats met Elisabeth en Hendrik. Broer Jan isdan blijkbaar al overleden. Hoofdmomber is dan inmiddels geworden Arend JansHartman, en medemombers zijn Christiaan Hartman en Hagen Hendriks Hagen. Op 26 maart1744 wordt Jan tot curator bemoemd, samen met Arend Jans Hartman, over Marchien JacobsPronk, Op 23 januari 1758 wordt Jan Hendriks Hagen hoofmomber met als medemomberHagen Hendriks over zijn innocente zuster Lammigje Hendriks Hagen. De jaren '60 waren de jaren van de grote meningsverschillen binnen de compagnie. Op 13 mei 1765 werd een overeenkomst gesloten waarmee de afvaart door het schut geregeld werd. Volgens de boekhouding van het Warmonts grote blok, bezat hij in 1765 stukkengrond aan de '2e Wijke' de Schutswijk. De 8e februari 1768 werd een nieuwe compagnie binnen het Schoonhovenshoofddeel gevormd. Jan Hendriks Hagen en zoon bezaten 28 morgen en 416 roe (o.a. Barswijk). In 1774 vormde Harm Beuker een eigen kleine compagnie met Albert en Jan CoertsWinkel, J.H.Hagen, Casper Hagen, Werner Steenbergen en Jan Hartman.
Anton
Van Melzen
