Notizen zu dieser Person
Hij was predikant in Lienden waar hij op 31 juli 1774 door zijn vader bevestigd werd, in de Sypekerk in Nieuw-Loosdrecht vanaf 22 maart 1778 en in Delfshaven vanaf 8 oktober 1780. De akte van losmaking is getekend op 17 september 1780. In mijn bezit is het grafschrift dat geschreven is door en in het handschrift van, zijn aanstaande echtgenote. Hier rust het sterfelijk deel van hem. Die door de liefelijk stem. Van 't heilnood drie gemeentens sligte. Die als een heldere fakkel ligte. Op 't akelig duister wereld spoor. En ging met leer en wandel voor. Daar elk hem liefde waardig achte. Gods kerk van hem wat groots verwagte. Dan ach dit grootse ligt is uitgeblust. Der ouderen roem en kroon en lust. Der vrienden vreugd en al't genoegen. Van haar die zich met hem zou voegen. In `t heilig echt `t ligt al in 't stof. Terwijl zijn ziel in 't hemelhof. Bij gode leeft zijn wenkt ons allen. Swijgt, Swijgt de Heer neem welgevallen. Ins Hoogsten raad ik leef bevreidt. Van smert en druk in heerlijkheid. Leer, leer van mij uw vroeg te keeren. Vant Aarsch ent hemels hoogst waardeeren. Dan leven we eerst te zaam hierna. En zingen eeuwig hallilua. De begrafenis is geleid door zijn goede vriend ds. Johannes Wilhelmus Bussingh (1727-1782). DELFSHAVEN. Tot zeer groote en algemeene droefheid dezer gemeente, is op de 17 dezer, na een langdurig en zeer pynlyk leger, aan de gevolgen van een gevaarlyke verzweering overleden, onze jongste en veelgeachte Leeraar, Ds PETRUS CONRADUS HUGENHOLTZ. Zijn eerw. was uit Priesterlyke geslachte, van Vaders en Moeders zyde afkomstig. Zijn Vader is de Wel Eerw. Heer P.A.C. HUGENHOLTZ, thans nog getrouw en zeer geacht Evangeliedienaar te Ysselstein; zyne Moeder, de Wel Bd. Juffrouw ELISABETH KATHARINA HOOYKAAS, dochtervan wylen den Wel Eerw. Heer JOH. HOOYJAAS, in leven insgelijks waardig Leeraar ter gemelde Stede; aldaar is de overledene geboren 1752, den 18 november, zynde de oudste van 13 Broederen en Zusters, waar nog 5 Broeders en ééne Zuster in leven zyn; ééne derzelve, Ds HENR. DE HAAN HUGENHOLTZ, den evangeliedienst met veel lof vervullende te Jutphaas, onder de Eerw. Classis van Utrecht. Onze zalige HUGENHOLTZ, heeft den tyd van 5 jaaren van de Latynsche Schoolen een pryswaardig gebruik gemaakt, in zyn Geboortestad, onder het rectoraat van den zeer gel. Heer A. Bresser, thans nog Hum. Litt. Lector et Gymnasiarcha te Ysselstein. Met Roem naar Utrechts Hoogeschool bevorderd, genoot hy aldaar, den tyd van 6 jaaren, het onderwys in de voorbereidende wetenschappen, van de Hooggel. Heeren RAU, HAHN, SAXE, HENNERT en SEGAER, vervolgens uit: Boekzaal der Geleerde Wereld, jaargang 1782
Gerard
Hugenholtz
